Leg de Vlaamse thrilleroogst naast de buitenlandse en het contrast is schril. Onze thrillerschrijvers blijven steken in goede bedoelingen, weinig spannende verhalen en, veel vaker, een uiterst belabberde stijl. DSL scheidt het kaf van het koren.
Te weinig Vlaamse thrillerauteurs gebruiken de recente evoluties in ons land om er spannende verhalen rond te weven
Het is een grijze herfst voor de Vlaamse thriller. Van het dozijn of wat thrillers dat nieuw op de Boekenbeurs ligt, zijn er misschien drie die zich kunnen meten met wat uit het buitenland vertaald wordt. Luc Deflo, Bob Mendes en Pieter Aspe leveren werk af zoals we dat al lang van hen kennen. Bob Mendes schreef met Scherprechter een degelijke thriller waarin goed ingespeeld wordt op de economische crisis en de malaise bij het gerecht. Er zit zelfs een lang gesprek in tussen de hoofdfiguur Sam(uela) Keizer en Gust Verwerft, een bestaande gerechtsjournalist die zich in spraakmakende moordzaken gespecialiseerd heeft. Te weinig Vlaamse thrillerauteurs gebruiken de recente evoluties in ons land om er spannende verhalen rond te weven. Mendes' degelijke verhaal gaat over een rechter die met de dood bedreigd wordt en de 'guerre des juges'. Daarnaast portretteert hij een man die ooit de vitaliteit zelve was, maar door een herseninfarct aan de zijlijn is beland.
In de nieuwe Aspe, Erewoord, is het belangrijkste feit de ernstige poging die Van In doet om eindelijk te stoppen met roken. Dat maakt de chagrijnige inspecteur nog minder genietbaar. Net nu moet Van In een sigarettensmokkel onderzoeken. Erewoord is niet het sterkste boek uit de reeks. Een vergiftigde vrouw, een oudere man die nooit uit de kast is gekomen, zijn zoon die houdt van sm-spelletjes en de Kosovaarse erewraak zijn elementen die Aspe tot een degelijke Van In smeedt. Maar sprankelen doet het boek nergens. Bandwerk dus.
Deflo's turboproza blijft ook in Prooi overeind. De vele korte zinnetjes zijn soms erg irritant en inspiratieloos. 'Inge stak de straat over. Alsof ze zweefde. Hij zoende het jonge grietje. Hartelijk maar zedig. Op haar wang. Toen Inge naar buiten liep, kwam het meisje naar binnen. Het was een fris en frivool ding. Ze glimlachte naar Inge. Het was een hartelijke glimlach. Geen hatelijke.' Het begin is veelbelovend. Een vrouw wordt overvallen door twee allochtonen en gered door een man met wie ze even later een affaire begint. Maar de plot ontspoort helemaal, omdat 'niets is wat het lijkt.' Deflo's boek toont waar thrillerauteurs zo vaak mee worstelen. Ze kunnen wel een intrigerende beginscène bedenken maar de uiteindelijke ontrafeling van het mysterie is ontgoochelend.
Elsschot
De twee beste Vlaamse thrillers werden geschreven door Patrick Conrad en Nellie Mandel. In Perdida's droom gaat Conrad Elsschots Dwaallicht achterna. Een voormalige flik met dichtersaspiraties dwaalt door de straten van Antwerpen op zoek naar een vrouw die hij Perdida heeft gedoopt. Zo ontmoet hij tientallen kleurrijke figuren die hem steeds dichter bij het raadsel van haar identiteit brengen. Conrad schrijft zelden klassieke thrillers, speelt graag met de vaste regels van het genre en weet ook humor in zijn verhaal te steken. Deze 'roman noir', zoals hij het boek zelf noemt, is een haast surrealistische vertelling over de zoektocht naar het eeuwige schone.
Nellie Mandel verraste vorig jaar met Rode Aarde, dat prompt voor de Hercule Poirotprijs genomineerd werd. Even later bleek Mandel het pseudoniem te zijn voor Guido Eekhaut, die met een ander boek, Absint, de laureaat van de prijs werd. Grijze herfst is een klassieke thriller over oude en nieuwe lijken die worden gevonden in de buurt van een Canadees stadje. Mandel neemt de tijd om personages geloofwaardig neer te zetten. Alhoewel de verhaallijn over de aspiraties van een criminele zakenman om burgemeester van het stadje te worden, wat voorspelbaar is, slaagt hij erin om het verhaal spannend te houden. Grijze herfst is als een onderhoudende weekendthriller die vakkundig werd geregisseerd.
Lady Chatterley
Er is ook nieuw Vlaams bloed in thrillerland. De jeugdauteur Anja Feliers debuteert met Verleid me. De kortste samenvatting: Lady Chatterley's lover in de Provence. Tijdens een vakantie valt een getrouwde vrouw als een blok voor een heerlijk primitieve tuinman. Terwijl haar man fietstochtjes maakt, beleeft zij haar passie aan het zwembad. Maar de man fietst een oud lief tegemoet en dat levert ook problemen op. Onderhoudend is Feliers boek zeker en haar dialogen bekken goed, maar Verleid me overstijgt de clichés zelden. Wat meer durf mag.
Bart Debbaut publiceerde al twee thrillers bij een kleinere uitgeverij maar mag nu met de grote jongens meespelen. In De Facebookmoorden kondigt een psychopaat zijn moorden aan via het vriendennetwerk. Als de speurders hem klissen, blijkt hij met jeugdtrauma's te kampen die in deze tijd behoorlijk actueel zijn. Debbaut schrijft vlot, maar heeft geen eigen stem. Zijn stijl lijkt erg op die van Deflo. Vermoedelijk hebben ze dezelfde redacteur.
Mensenvlees is het niet onverdienstelijke debuut van het duo Herbert De Paepe en Els Depuydt. Een internationaal gezelschap maakt een tocht door de Okavango Delta in Botswana. De reisleidster verdwijnt en het gezelschap wordt aan zijn lot overgelaten. Tegelijk wordt de levensgeschiedenis verteld van een blanke Zuid-Afrikaanse psychopaat die alleen tot rust komt tussen de borsten van de zwarte vrouw die hem opvoedde. De Paepe en Depuydt, beiden journalist, beschrijven de woeste Afrikaanse natuur voorbeeldig en laten de spanning stijgen. De personages worden mooi geportretteerd. Dit is het beste debuut uit de lijst.
Angst voor een een mogelijke psychopaat is er ook in Lijstjes maken van Isabelle Dams, die al wat erotisch werk schreef en ook de roman Het Tigrameisje, gebaseerd op het tragische leven van de vrouw die haar gezicht gaf een het sigarettenmerk. Elk hoofdstuk begint met een lijstje, een methode die veel vrouwen schijnbaar hanteren om enige orde in hun leven te creëren. Op een van de lijstjes staat dat Roxane Reyntjes vermoord zal worden. Dus moet er onderzocht worden wie daarachter zit. Dat levert nogal lang uitgesponnen scènes op. Vooral structureel loopt het fout: sommige clues worden geïntroduceerd en pas vele tientallen bladzijden later terug opgepakt. De plot is te vergezocht om geloofwaardig te zijn.
Ten slotte heeft ook de actrice Ann Ceurvels een thriller geschreven. Zij kreeg de smaak te pakken toen ze vorig jaar een verhaal voor de erotische bundel Vrij vrouwelijk mocht afleveren. Weer begint mooi. Een Vlaamse weervrouw wordt afgedankt en zoekt werk als tv-astrologe. Maar de plot is totaal van de pot gerukt en het ik-perspectief heeft Ceurvels absoluut niet onder de knie. Alleen de citaten uit foute hits uit de jaren 1980 zijn leuk. Weer bewijst dat schrijven een vak is. Dat vak heeft Ceurvels niet onder de knie.
Verberg tekst