Gerrit Komrij toont zich in uiteenlopende gedaantes in deze essaybundel. De 65-jarige dichter, bloemlezer en essayist rekent koud af met zijn generatiegenoten - de ministers en hoogleraren die hun idealen van de jaren '60 verraden hebben. Vervolgens kijkt hij meesmuilend naar zijn andere lotgenoten, de homoseksuelen, die ooit verborgen levens moesten leiden, maar toen tenminste de mythe konden koesteren dat ze bijzonder, kunstzinnig, geraffineerd waren. Vandaag is homoseksualiteit heel gewoon, maar in de plaats van Oscar Wilde is er nu de Gay Parade.
Treuren over waardevolle dingen die verloren zijn gegaan, doet Komrij wel vaker, net als zich ergeren aan het populisme van politici, tv-presentatoren en de media. Hij toont meer diepgang in een reeks beschouwingen over zijn fascinatie voor Wagner. En serveert vervolgens wat korte hapjes: 'Gerrit Komrij heeft de duur van zijn dagelijkse reactionaire bevliegingen met dertig procent teruggebracht'. Waarna hij als expert geduldig uitlegt hoe een dichter dicht. Een veelzijdige bundel is dit dus zeker, soms wat clichématig of breedvoerig, maar altijd met de scherpe pen van de meester. HD
Het Afghaanse volk zit klem tussen
2 vijanden: de anti-Amerikaanse ter-roristen, de Taliban, en de pro-Ame-rikaanse die in de vorm van de Noor-delijke Alliantie met VS-steun aan de macht zijn. Geen van beiden hebben de steun van de Afghanen. Aan de hand van de tragische geschiedenis van het land, landgenoten en haarzelf doorprikt Joya de mythe dat de oorlog dient om Afghanen tegen zichzelf te beschermen. "Het fundamentalisme wordt ons opgedrongen door de krijgsheren, oorlogsmisdadigers met een democratisch masker die het Internationaal Strafhof moet berechten wegens schendingen van de mensenrechten. Stop de bezetting, ontwapen de krijgs-heren en steun democratisch gezinden", pleit Joya, geschorst als parlementslid vanwege deze kritiek en geregeld met de dood bedreigd. ct
De Nederlandse wetenschapsjournalist Paul Schilperoord beschrijft in dit 'Ware verhaal van de Kever' inderdaad 'Hoe Hitler het ontwerp van een Joods genie confisqueerde'. Het genie in kwestie was ingenieur en autojournalist Josef Ganz (1898-1967), een product van het rijke en kosmopolitische Centraal-Europese Jodendom. In zijn blad Motor Kritik ageerde Ganz jarenlang tegen de verstarde autogiganten - hallo, Opel? - om daarna de ruggengraat van de legendarische Kever te ontwerpen. Maar intussen waren de nazi's aan de macht gekomen en Ganz moest de benen nemen. Hitler verpatste zijn plannen aan ene Ferdinand Porsche... Een boek dat leest als een avonturenroman, rijkelijk geïllustreerd uit pas opgeduikelde privé-archieven. Genieten! KN
Noor houdt van lopen - letterlijk weglopen, van een trauma uit haar jeugd. Ze neemt zich voor een marathon te lopen, die een metafoor wordt van haar verwerkingsproces. "Ik wou schrijven over iemand die geen kant meer uitkon, maar toch niet opgeeft, want voor iedereen is er een pad", zegt Els Beerten. "Voor mij is dit het ultieme troostboek dat ik jongeren en ouderen heb willen geven. Uit de talrijke reacties blijkt dat het zo ook ervaren wordt. In
mijn bureau hangt een foto van een bergtop, waarop staat: 'The best climber in the world is the one who's having the most fun'. Dat is wat Noor uiteindelijk ontdekt, wanneer zij niet meer dwangmatig loopt, maar voor haar plezier. Het wordt voor haar de weg om zichzelf te vergeven en uit te groeien tot de persoonlijkheid die in haar zit." KD
Na zijn veelgeprezen debuut Absint gaat Guido Eekhaut met Louteringvoor de dubbelslag. De Nederlandse hoofdcommissaris Alexandra Dewaal en de haar toegewezen Vlaamse inspecteur Walter Eekhaut reizen na een mysterieus bericht van een informant naar de Ardennen. Daar doen ze op een open plek tussen de bomen een macabere vondst. In een cirkel staan zeven staken waarop zwartgeblakerde lijken zijn vast-geketend. Eekhaut en Dewaal komen op het spoor van een sekte die ervan is overtuigd dat de wereld binnen afzienbare tijd zal vergaan. Een gruwelijk scenario waaraan de sekte zich onlosmakelijk verbonden heeft. Beklemmende, strak opgebouwde thriller, met mooie zijsprongetjes die de Vlaams-Nederlandse verhoudingen amusant in de verf zetten.
Op een ijskoude decemberochtend spoelt het naakte lijk van een jonge vrouw aan op de oever van de Dijle. Thomas Berg, hoofdinspecteur bij de Leuvense politie, stelt tot zijn grote verbazing vast dat hij het slachtoffer de avond voordien nog heeft ontmoet op de receptie van een tentoonstelling. Samen met zijn team probeert Berg te achterhalen wie deze moord op zijn geweten heeft en wat de betekenis is van het vreemde voorwerp dat in het lichaam van het slachtoffer wordt aangetroffen. Speelt er een seksueel motief mee? Of heeft de dood van de vrouw iets te maken met een mysterieuze, 15de-eeuwse incunabel die al wekenlang de gemoederen in Leuven verhit?
Stilistisch sterke politieroman, die een gedegen kennis van en liefde voor de stad Leuven verraadt.
Kort na de moord op een jonge vrouw wordt de Brusselse topspeurder Luc Bonnart zwaargewond teruggevonden onder een brug in Knokke-Heist. Hij is het slachtoffer geworden van een brutale aanval die mogelijk verband houdt met de moord. Terwijl zijn collega wegzinkt in een coma, wordt Briek Mulders belast met het dubbele onderzoek. Daarbij krijgt hij het gezelschap van Aline, Lucs beeldschone maar emotioneel niet altijd even stabiele dochter. Samen wachten ze op het ontwaken van Bonnart, die hopelijk meer klaarheid in de zaak kan brengen. Vlot lezende politieroman van een auteur, die met elk boek aan flair lijkt te winnen .
Lier 1602. Een op het oog simpele moord op de jonge echtgenote van een kunstschilder groeit uit tot een stevige test voor Godfried Lesage, de kersverse schout van het kleine provinciestadje. Enkele schepenen zijn er immers op gebrand te bewijzen dat hij, als voormalige poorter van Antwerpen, niet voldoende loyaal is tegenover Lier. Zij deinzen dan ook voor niets terug om hun doel te bereiken.
Als Lesage zijn volle aandacht moet wijden aan de bescherming van de stad tegen een garnizoen muitende Spaanse soldaten, verliest hij enkele andere zaken wat uit het oog. Dat dreigt hem zuur op te breken. Zo heeft hij bijvoorbeeld niet in de gaten dat er een begijn van hekserij wordt beschuldigd. De hogergenoemde schepenen verwijten hem laksheid en gaan zelf op een onverbiddelijke manier achter de vermeende heks aan.
Catharina, de echtgenote van Lesage, wil hem waarschuwen en komt daardoor zelf in een gevaarlijke situatie terecht. Bovendien blijkt de moord op de echtgenote van de kunstschilder ook al niet zo eenvoudig op te lossen, als eerst werd gedacht.
Lydia Verbeeck bewijst met deze vierde historische thriller een blijver te zijn. Haar romans zijn prima historisch onderbouwd en bekoren door hun rechtlijnigheid en frisse verteltrant.
Met op de achtergrond de diepe economische crisis, die zelfs het rijkemensenparadijs Knokke lijkt te bedreigen, vormen twee leden van de Knokse brigade het doelwit van een brutale schietpartij. Ze verliezen daarbij bijna het leven. Op het hoof d van een van hen blijkt een prijs te staan. Luk Borré vreest dat zijn verleden, waarin hij zich een boel vijanden op de nek heeft gehaald, hem achtervolgt. Zelfs in die mate dat de speurder nog slechts de keuze heeft tussen twee opties: doden of gedood worden.Als het onnoemelijke uiteindelijk gebeurt, komt het onderzoek in handen van diegene van wie men dat het minst zou hebben verwacht. En die iemand blijkt uit op wraak. De "niet altijd even sympathieke" speurder Luk Borré heeft zelden in zulk een nauwe schoentjes gezeten.
We hebben overigens een boontje voor Borré, de in Knokke 'aangespoelde' speurder die zich in de mondaine badstad alleen weet recht te houden dankzij een grote dosis cynisme, alleen geëvenaard door zijn scherpe neus voor opportuniteiten, van welke kant ze ook komen. Auteur Jos Pierreux, kind-aan-huis in Knokke, blijft er van zijn kant een duivels genoegen in scheppen de vele gezichten van 'Lippensville' te tonen. Geef hem een pintje, mocht je hem in de Falstaff tegenkomen!
Japan, 1995. De economische bubbel is gebarsten, het land verkeert in de zwaarste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. In Hiroshima brengt het lot een aantal mensen samen. De West-Vlaamse diplomatenzoon Xavier Douterloigne is teruggekeerd naar 'Stad van de Vrede' om er in het reine te komen met de dood van zijn zus Anna. Inspecteur Takeda vindt een dode baby onder het Vredesmonument. Een yakuza-leider, van wie men zegt dat hij de Japanse demon Rokurobei incarneert, verdedigt meedogenloos zijn misdaadimperium tegen zijn dochter Mitsuko. En de punkauteur Yori, bezeten door de ultranationalistische idealen van zijn idool Mishima, deinst voor niets terug om de roman waarvan hij allang droomt, te kunnen schrijven. Boven dit alles zweemt ook nog eens de herinnering aan de experimenten die de geheime Japanse eenheid 731 tijdens WOII uitvoerde en die een duistere smet op de Japanse keizerlijke familie hebben gelegd. Bob Van Laerhoven werkte meer dan twee jaar aan deze gelaagde historische misdaadroman, die positief opvalt door zijn gedegen research en de aandacht voor de politieke en sociale implicaties die de daden van de hoofdpersonages met zich meebrengen. Van Laerhoven en het Verre Oosten: het klikt telkens weer opnieuw!
Sexy Sioux-squaw Shappa Crane wil wraak nemen op Ron Dark, een politieagent die mee verantwoordelijk is voor de dood van haar partner, de bankrover Cassius Crane. Maar er komt een serieuze kink in de kabel: ze wordt verliefd op de man die intussen zijn politiepet aan de wilgen heeft gehangen.
Shappa had haar plannetje nochtans helemaal voor mekaar. Met een deel van Cassius' laatste buit zou ze huurmoordenaar Chet 'Le Chef' - een behoorlijk gestoorde crimineel die van elk van zijn slachtoffers wat druppeltjes bloed aftapt om er een nieuwsoortige cocktail mee te brouwen - betalen om Dark om het hoekje te helpen. Maar de zaken lopen dus anders als gepland. Niet in het minst wanneer Chets baas, de gesjeesde Las Vegas-artiest Ray Fine, die na een ongelukje met zijn showpartner, een witte tijger, niet echt meer hoog scoort in het 'looks'-departement, dringend geld nodig heeft voor een schoonheidsoperatie. Allianties worden aan de lopende band gesloten en met hetzelfde gemak weer verbroken.
Bavo Dhooge tekent, na Stiletto Libretto, met Sioux Blues, opnieuw voor een on-Vlaamse misdaad-roman, vol filmische en muzikale verwijzingen. Zijn hilarische dialogen en maffe personages zijn er vaak compleet over, maar laat dat nu net Dhooges grote kracht zijn!
De plot van Stan Lauryssens nieuwste politiethriller Rijker dan rijk is niet zo simpel samen te vatten. Het is veeleer een allegaartje van los aan elkaar hangende scènes, overgoten met een stortvloed aan melige grappen, seksistische en racistische uitspraken en nostalgische mijmeringen naar een Antwerpen dat nooit meer zal terugkomen.
Terwijl Sofie Simoens, de nieuwe commissaris van de Antwerpse moordbrigade, met haar team een aantal dossiers doorneemt, blijft het niet stil in de Koekenstad. Er is serieuze heibel in de over-bevolkte gevangenis van de Begijnenstraat. Aan de oever van de Schelde spoelt het lijk van miss Diamant aan. Vervolgens is er opschudding in de zwaar bewaakte Diamantwijk. Een diamantair wordt gegijzeld, waarbij onschuldige slachtoffers vallen. En dan is er nog de nasleep van de spectaculaire overval op de Nationale Bank, waarbij meester-crimineel Bruxman twee ton baar geld wist mee te nemen. Gaandeweg komen alle verhaallijnen bij elkaar en hebben we kennisgemaakt met Ricco Ravioli en zijn kompanen, een stelletje losers voor wie je geen greintje sympathie kan opbrengen. Eigenlijk is dit een heel negatief boek: ons systeem is compleet verrot en zij die het zouden moeten dragen, weten het ook niet meer. Liegen en bedriegen zijn de nieuwe codewoorden!
Een woonwijk in Heffen, nabij Mechelen, wordt opgeschrikt door een moord. De 34-jarige Irene Vandesompel wordt teruggevonden in haar garage, badend in het bloed. Ze werd op gruwelijke wijze vermoord met maar liefst vierendertig messteken.
Irenes overbuurvrouw is de laatste persoon die de vrouw in leven heeft gezien, toen ze zag hoe Irenes ex-man, met wie deze laatste in een vechtscheiding was verwikkeld, die middag de kinderen kwam ophalen. Maar Irenes ex-man heeft een ijzersterk alibi. Andere getuigen van het gruwelijke voorval zijn er niet, hoewel het nochtans plaatsvond in een nette rustige buurt, waar de sociale controle doorgaans stevig haar werk d.
Uit de autopsie blijkt dat de dader een heggenschaar van het merk Fiskars heeft gebruikt. Een flinterdunnen aanwijzing waaraan rechercheurs Dirk Deleu en Nadia Mendonck zich vastklampen.Gaandeweg wordt hun evenwel duidelijk dat ook in een gezellige buurt mensen hun duistere kantjes kunnen hebben. Ze vallen van de ene verbazing in de andere. De Mechels-Brusselse auteur Deflo bewandelt met Jaloezie het pad dat hij het beste kent. Hoe passie, miskenning en laaiende emoties van een rationeel denkende mens een smeulende vulkaan kunnen maken. Vintage Deflo!
Ora et labora (bid en werk) is de leuze die tijdens en na de laatste oorlog door het kostschoolleven van een jonge Brusselse loopt. Met harde hand wordt de normaalschool in het Vlaamse dorp Giezegem er geleid door nonnen. Er heerst honger, kou, maar ook geborgenheid.
De inmiddels 80-jarige auteur zet een haarscherp, nostalgisch sfeerbeeld neer, herkenbaar voor eenieder die jeugdherinneringen aan oorlog en/of kloosterscholen heeft. Maar hoe beeldend én teder ook geschreven, het leven op school blijft voortdurend een decor. Het échte verhaal van de hoofdpersoon weekt zich niet los van de achtergrond, waardoor de lezer een beetje op zijn honger blijft zitten. ( DB)
Verberg tekst