Mijn eerste griezelgroeiboek: ik lees het zelf! verhaalt op een leuke manier over meer en minder bekende griezelverhalen en legendes. Zo wordt er verteld over figuren voor wie iedereen zeer goed moet oppassen, zoals de weerwolf, en wat je tegen dit angstaanjagende wezen moet doen. Verder wordt ingegaan op de zwarte kat, die in feite een omgetoverde heks is, de zeemeermin Kal, die mensen met haar lied bij haar in de waterput lokt, en Lange Wapper, die met snoep en zoetigheid de kinderen weglokt van hun huis. De hoofdpersonages (vaak kinderen) komen op het einde van het verhaal bovendien ook bijna steeds tot de conclusie dat de mensen die ze zijn tegengekomen en de dingen die ze hebben meegemaakt inderdaad slecht waren en dat ze die in de toekomst zeker zullen vermijden: "ik eet wel nog snoep [...] maar nooit, nooit meer van Lange Wapper", of "ik ga niet meer naar Bas". Op die manier worden de jonge lezers nadrukkelijk gewaarschuwd en geconfronteerd met deze boodschap.
Da…
Lees verder
Mijn eerste griezelgroeiboek: ik lees het zelf! verhaalt op een leuke manier over meer en minder bekende griezelverhalen en legendes. Zo wordt er verteld over figuren voor wie iedereen zeer goed moet oppassen, zoals de weerwolf, en wat je tegen dit angstaanjagende wezen moet doen. Verder wordt ingegaan op de zwarte kat, die in feite een omgetoverde heks is, de zeemeermin Kal, die mensen met haar lied bij haar in de waterput lokt, en Lange Wapper, die met snoep en zoetigheid de kinderen weglokt van hun huis. De hoofdpersonages (vaak kinderen) komen op het einde van het verhaal bovendien ook bijna steeds tot de conclusie dat de mensen die ze zijn tegengekomen en de dingen die ze hebben meegemaakt inderdaad slecht waren en dat ze die in de toekomst zeker zullen vermijden: "ik eet wel nog snoep [...] maar nooit, nooit meer van Lange Wapper", of "ik ga niet meer naar Bas". Op die manier worden de jonge lezers nadrukkelijk gewaarschuwd en geconfronteerd met deze boodschap.
Daarnaast zijn er ook verhalen over mensen die door hun eigen hoogmoed en slechte wil het ongeluk over zich heen brengen, zoals de inwoners van de havenstad Westerschouwen, die vervloekt worden door een zeemeerman als zij hem zijn gevangen vrouw niet willen teruggeven. Verder is er ook het verhaal van de zoon die zijn vader nooit wil helpen maar altijd wil gaan jagen, en daarom door hem vervloekt wordt. Ook het bekende verhaal van de kapitein van de vliegende Hollander komt aan bod. Ten slotte zijn er ook verhalen die het hebben over de vindingrijkheid van mensen bij het te slim af zijn van kwade krachten, zoals de duivel en de monsterachtige basilisk.
Het geheel wordt extra aantrekkelijk gemaakt door de leuke en dynamische tekenstijl, die er trouwens ook voor zorgt dat het boek meteen in het oog springt. De illustraties zijn bovendien niet al te griezelig, die van de alvermannen en van de duivel zijn eerder grappig dan huiveringwekkend.
Ook leuk is dat de tekst in het begin van het boek in de illustraties is opgenomen, zodat het wat lijkt op een stripverhaal. Doordat de tekst direct ondersteund wordt door de tekeningen, ligt de moeilijkheidsgraad ook niet te hoog. Daarna worden de tekst en illustraties apart gepresenteerd, maar door de dynamische tekeningen en hun plaatsing gaat het verband tussen de tekeningen en de tekst niet verloren. Korte zinnen en woorden, en ook de verhalen zelf zijn redelijk kort, wat het boek perfect maakt voor de beginnende lezer. [Geertrui Vanhooydonck]
Verberg tekst